Nieuwsarchief Digitale Gemeente Borsele donderdag 10 september 2009

Windmolens over het Sloespoor

Het lijkt futuristisch: windmolens over het spoor. Het idee is niet nieuw.
Al eerder bedachten ingenieurs concepten om bijvoorbeeld windturbines op elektriciteitsmasten te plaatsen. Die gedachten werden nooit werkelijkheid. Te onveilig, luidde het oordeel. Maar Railwind is geen 1 april grap. Want de tijdgeest is rijp en de politieke druk groot.

"Windenergie is het geitenwollensokken-niveau ontstegen", zegt Pieter Tavenier van windmolenpark-ontwikkelaar Evelop (onderdeel van energiebedrijf Eneco). "De fossiele brandstoffen raken op en de uitstoot van CO2 moet drastisch omlaag. 2008 was het eerste jaar dat er, in vermogen gerekend, meer windenergie is gebouwd dan andere soorten centrales."

Projectdirecteur Remco Boersma van Evelop schetst de politieke druk. "Het kabinet wil dat in 2012 4000 megawatt windenergie wordt opgewekt of op zijn minst is gegund. We hebben dus nog 1800 Megawatt te gaan ofwel: er moeten in Nederland - alleen al op het land - nog 750 windmolens bij. Een windmolen plaatsen is niet makkelijk, weten we allemaal. Niemand wil zo'n ding in zijn achtertuin. Turbines vragen ruimte, net als infrastructuur zoals spoor. Wij denken door grond dubbel te gebruiken twee vliegen in één klap te slaan. Op deze manier is het wel mogelijk om meer locaties te ontwikkelen."

Het Sloegebied is een logische locatie voor een proef, vertelt Boersma. "Op de Sloelijn rijden uitsluitend goederentreinen met een snelheid tussen de 25 en 40 kilometer per uur. De frequentie is laag, je bent er verzekerd van wind en de bouw past in het bestemmingsplan. Er zijn geen langdurige procedures nodig."

Dat wil niet zeggen dat het realiseren van Railwind een makkie is. "Het is een broodje speciaal. De uitdagingen zitten in zowel het ontwerp van de mast als de procedurele afspraken. De ruimte langs de Sloelijn is zeer beperkt. Er loopt vlakbij een weg en een leidingenstraat. De masten zijn relatief smal, terwijl er veel krachten op komen te staan. Normaal bestel je een windmolen bij één fabrikant. Die levert de mast en de turbine als één geheel. Bijzonder aan dit project is dat we een aparte mast laten ontwikkelen. Want daaraan worden extreem hoge eisen gesteld. Ook zoeken we de meest optimale turbine en die twee gaan we met elkaar combineren."

Hoewel al veel onderzoek is verricht, is nog meer studie vereist voordat het project definitief kan doorgaan. "We brengen nog specifieker in kaart wat bijvoorbeeld de invloed van een trein is op de windmolens en vice versa. Dat is grotendeels praktische statistiek. Dat doen we door middel van computermodellen. We kennen bovendien de eigenschappen van materialen en het 'gedrag' van windturbines. Ook doen we zorgvuldig onderzoek naar veiligheidsrisico's. Dat is niet alleen technisch. De resultaten van die studies leiden ook tot afspraken met Prorail over bijvoorbeeld onderhoud en beheer."

Disclaimer: de verantwoordelijkheid voor de inhoud van deze pagina ligt geheel bij de webmaster van DGB, CeeBee IT (eindredactie:C. van der Bliek).
Bronnen: pzc, gemeente Borsele, Omroep Zeeland, internet e.a.